Variaties op mantelzorg. De inzet en beleving van mantelzorgers in de context van de vermaatschappelijking van de zorg
Variaties op mantelzorg: het onderzoek
Het Vlaamse beleid trekt resoluut de kaart van de vermaatschappelijking van de zorg waarbij zorg en ondersteuning worden geboden ‘in en waar mogelijk door de vertrouwde omgeving’. Deze beleidskeuze doet een appèl op de inzet van familie, vrienden, buren en andere naasten. Terzelfdertijd leiden een aantal demografische en socio-culturele evoluties ertoe dat de mantelzorg onder druk komt te staan: mantelzorgers zijn niet altijd beschikbaar én zij lopen een reëel risico op overbelasting.
Het doctoraat van Benedicte De Koker beoogt een beter zicht te krijgen op de variatie tussen mantelzorgers op het vlak van de zorg die zij bieden, hun ervaren zorgbelasting en de beleving van professionele hulp in de thuissituatie. Aangezien mantelzorg voortvloeit uit bestaande sociale relaties, gaat bijzondere aandacht uit naar de rol van het verwantschapstype en het al dan niet samenwonen van de mantelzorger en zorgvrager. Het theoretisch-onderzoekmatige luik wordt gekoppeld aan de
uitwerking van een praktijkgericht instrument voor professionele hulpverleners om in gesprek te gaan met mantelzorgers en hen op maat te ondersteunen.
Intensiteit van de zorg
Een eerste onderzoeksvraag is welke socio-demografische kenmerken van een (potentiële) mantelzorger samenhangen met het verlenen van zorg binnen of buiten het eigen huishouden en met de intensiteit van deze zorg. De resultaten van het onderzoek bij Vlamingen van 25 tot 64 jaar laten zien dat socio-demografische kenmerken zwakke ‘voorspellers’ zijn van het al dan niet verlenen van mantelzorg. De intensiteit van de hulp hangt wel in sterke mate samen met de locatie: binnen het eigen huishouden wordt meer zorg verleend.
Steunparadox
De tweede onderzoeksvraag zoekt naar de factoren die een impact uit oefenen op de mate waarin mantelzorgers de zorg als belastend ervaren? Algemeen tonen de resultaten aan dat vrouwen en mantelzorgers van een partner of kind een hogere belasting ervaren, evenals wie meer intensief zorgt en een minder kwaliteitsvolle relatie heeft met de zorgontvanger. Een opmerkelijke vaststelling is dat wanneer professionele hulp aanwezig is, de mantelzorger meer belasting ervaart, wat wijst op een ‘steunparadox’.
Steunparadox ontrafeld
De derde onderzoeksvraag gaat dieper in op de verschillen in de zorgbelasting tussen volwassen kinderen die zorgen voor een zorgbehoevende ouder en partner-mantelzorgers. Partners ervaren gemiddeld een hogere zorgbelasting die deels te verklaren is door de hogere intensiteit van de zorg die ze verlenen. De vierde onderzoeksvraag gaat dieper in op de ‘steunparadox’. Via focusgroepen met volwassen kinderen en partners van een zorgbehoevende oudere persoon, wordt nagegaan hoe zij professionele hulp in de thuissituatie ervaren. Het ontvangen van hulp omvat positieve en negatieve elementen, waarvan de balans wordt bepaald in een complex samenspel tussen de mantelzorger, zorgontvanger, de professionele hulp en de organisatie van het formele zorgsysteem.
Leidraad voor hulpverleners
Tot slot wordt het instrument ‘Zicht op mantelzorg’ (De Koker & De Vos, 2013) voorgesteld, als leidraad voor hulpverleners om in een semi-gestructureerd gesprek zicht te krijgen op de situatie en ondersteuningsnoden van mantelzorgers van ouderen met een chronische zorgnood. In de context van vermaatschappelijking is het van essentieel belang dat mantelzorgers kunnen rekenen op steun en erkenning van hun positie, noden en verwachtingen. Dit veronderstelt een verandering in het professioneel handelen van hulpverleners in de zorg en welzijnssector, evenals tijd en ruimte binnen organisaties om mantelzorgers structureel te betrekken en te ondersteunen.