U bent hier

(Kandidaat predictoren van) lange-termijn gevolgen van chemotherapie op de hersenen van overlevers van leukemie op kinderleeftijd

Dankzij medische vooruitgang is de overlevingskans na leukemie bij kinderen drastisch toegenomen, hoewel niet steeds zonder gevolgen op lange termijn. Eliminatie van radiotherapie betekende een substantiële vermindering van de schadelijke gevolgen op ontwikkelende hersenen. Een subpopulatie van de overlevers ervaart echter nog steeds negatieve gevolgen op meerdere domeinen in hun functioneren. Onderzoek naar (predictoren van) neurocognitieve en psychosociale kwetsbaarheid is daarom primordiaal om na kwantiteit, ook kwaliteit van leven na kanker te maximaliseren.

Methode

Vijfendertig overlevers van ALL of NHL van wie tijdens de behandeling de neurotoxiciteitsmarker tau in het lumbaalvocht ter beschikking was, werden gematcht (leeftijd, geslacht) met 35 subjecten zonder medische voorgeschiedenis.

Wij bepaalden 1/ reactietijden op subtests van de Amsterdamse Neuropsychologische Taak, 2/ psychosociaal en cognitief welbevinden (Pediatric Quality of Life Inventory, Cognitive Failure Questionnaire), 3/ neuroanatomie a.d.h.v. MRI (resultaten in afwachting), 4/ polymorfismen (MTHFR C677T en A1298C) die tot meer (neuro)toxiciteit kunnen leiden (enkel overlevers).

Resultaten

1/ Overlevers vs controles

Overlevers reageerden trager op taken die peilden naar gerichte en verdeelde aandacht en cognitieve flexibiliteit. Een subgroep presenteerde zich met ernstige deficits. Op vragenlijsten werden geen significante verschillen weerhouden tussen patiënten en controles.

2/ Overlevers onderling

Overlevers jonger dan vijf jaar bij diagnose vertoonden een trend tot langere reactietijden. Type tumor of protocol bleken niet voorspellend voor het neurocognitief functioneren.

Overlevers homozygoot voor MTHFR A1298C hadden hogere tau-waarden tijdens de behandeling.

Conclusie

Wij bevestigen lange-termijn neurocognitieve gevolgen bij kinderen behandeld voor NHL of ALL. Een subgroep ervaarde zeer ernstige deficits.

Therapie-gerelateerde parameters bleken niet voorspellend voor de cognitieve prestaties. Toekomstig onderzoek moet zich daarom richten op 1/ opvolging van het cognitief functioneren en 2/ de validatie van biologische én psychosociale risicofactoren.

Onze studie biedt enige evidentie dat genetische en biochemische parameters kunnen helpen om kinderen en jongeren met een verhoogd risico vroegtijdig te identificeren en/of ondersteunen.

Auteurs

Elens I.1, 2, Lemiere J.3, Bossuyt E.2, van Soest C.2, Labarque V.3, Uyttebroek A.3, Vanderstichele H.4, Deprez S.5, Billiet T.5, Cools J.6, Van Gool S.W.7.

1: Afdeling kinder-en jeugdpsychiatrie, UPC KU Leuven, Leuven, België.

2: Faculteit psychologische en pedagogische wetenschappen, KU Leuven, Leuven, België.

3: Afdeling kinder hemato-oncologie, UZ Leuven, KU Leuven, Leuven, België.

4: ADx NeuroScience NV, Gent, België.

5: Afdeling radiologie, UZ Leuven, KU Leuven, Leuven, België.

6: Centrum menselijke erfelijkheid, UZ Leuven, KU Leuven, Leuven, België.

7: Afdeling kinderimmunologie, KU Leuven, Leuven, België.

Auteur: 
Elens I., Lemiere J., Bossuyt E., van Soest C., Labarque V., Uyttebroek A., Vanderstichele H., Deprez S., Billiet T., Cools J., Van Gool S.W.
X

Op de hoogte blijven van ons nieuws, onze artikels en opleidingen? Schrijf je snel in voor onze nieuwsbrief!