Attitudes ten aanzien van de imminente dood bij alleenwonende personen met uitbehandelde kanker
In opdracht van Kom op tegen Kanker onderzoeken we de psychosociale ervaringen en eventuele problemen van alleenwonende patiënten met kanker die uitbehandeld zijn (AKU-patiënten). Daarbij hebben we ook aandacht voor de coping strategieën die ze gebruiken en de formele en informele hulp die ze eventueel krijgen.
Binnen de psychosociale ervaring van onze onderzoekspopulatie, gaan we op zoek naar de attitude die ze innemen ten aanzien van hun alleenwonende en palliatieve toestand.
Methode
We voeren een kwalitatieve studie uit, bestaande uit semi-gestructureerde interviews met de patiënten, waarin we vragen naar hun psychosociale ervaring, eventuele problemen, de coping strategieën die ze gebruiken en de formele en informele hulp die ze eventueel inschakelen. De patiënten worden longitudinaal opgevolgd, waardoor we ook zicht krijgen op een eventuele evolutie in hun ervaring. De data worden geanalyseerd volgens de principes van de grounded theory en geïntegreerd tot een conceptueel kader.
Resultaten
De AKU-personen zijn het sterkst begaan met hun palliatieve toestand.
Ze nemen een attitude in van aanvaarding, verzet of ontkenning/onverschilligheid ten aanzien van de imminente dood. Deze attitudes kunnen verschillende betekenissen en oorzaken hebben, die sterk zijn beïnvloed door het persoonlijk narratief van de patiënt, waar ook het alleen wonen toe behoort. Alleen wonen is een achtergrondconditie, maar het is ook een sterk mediërende factor, die de attitude ten aanzien van de dood sterk stuurt.
Conclusie
Inzicht verwerven in de attitudes ten aanzien van de imminente dood is niet evident, maar wel cruciaal, daar ze een invloed hebben op de prioriteiten en het gedrag van de patiënt. Indirect vormen ze dus een aanwijzing voor een adequate zorgverlening, opdat deze kan aansluiten bij de belangen en voorkeuren van de patiënt. Dit geeft aan dat de gezondheidszorg aandacht moet hebben voor het breder verhaal van de patiënt, wil zij effectief zijn.
Auteurs
Marlies Saelaert, Reginald Deschepper
Vrije Universiteit Brussel, Mental Health and Wellbeing Research Group, Faculty of Medicine