U bent hier

Coping bij kinderen en hun ouders van allochtone afkomst op de afdeling kinderoncologie.

Kanker is een ingrijpende ziekte waar mensen uit verschillende culturen anders tegenaan kijken. De manier waarop de zorg in België is geregeld en de manier waarop dokters en verpleegkundigen met patiënten omgaan, sluit niet altijd aan bij de manier van leven van allochtone gezinnen. Tot op heden werd er weinig onderzoek gedaan bij allochtone kinderen met kanker en hun ouders. Over hun manier van omgaan met de ziekte, hun 'coping' en welke effecten dit heeft op de levenskwaliteit is nauwelijks iets geweten. Dit onderzoek tracht hier een antwoord op te formuleren door de coping en de functie van sociale steun na te gaan bij de patiënten en hun ouders en te kijken in welke mate zij een verklarende waarde hebben voor de levenskwaliteit van ouders en kinderen met kanker van allochtone afkomst. Vragenlijstonderzoek werd uitgevoerd bij kinderen met kanker en hun ouders van zowel allochtone als autochtone afkomst in het UZ van Brussel. Uit de resultaten blijkt dat mensen van allochtone afkomst de copingstijlen 'positief herinterpreteren' en 'relativeren' vaker gebruiken. Ze melden meer 'informatieve steun' en 'instrumentele steun' te krijgen dan mensen van autochtone afkomst, toch ervaren ze meer tekorten op vlak van 'informatieve steun', 'instrumentele steun', 'waarderingssteun' en 'emotionele steun'. Dit toont mogelijk aan dat de mensen van allochtone afkomst een grotere behoefte hebben aan sociale steun. Verder blijkt dat mensen van allochtone afkomst meer problemen ondervinden op vlak van grove motoriek, pijn, slaap en depressieve gevoelens. In deze studie werd er echter geen significant effect gevonden tussen verschillen in copingstijlen en sociale steun bij allochtonen en autochtonen en de levenskwaliteit. Verder onderzoek is nodig om een duidelijker beeld te scheppen.

Auteur: 
De Pape Ine (2012)
X

Op de hoogte blijven van ons nieuws, onze artikels en opleidingen? Schrijf je snel in voor onze nieuwsbrief!